Geen uitstel van een hoorzitting voor belanghebbende in bezwaar

Klager heeft bij de gemeente Den Haag een verzoek om handhaving ingediend over het illegaal kappen van bomen door de school aan de overzijde van de straat. Dit heeft geleid tot een besluit waarbij de school is veroordeeld tot een storting in het Bomenfonds. De school heeft tegen dit besluit bezwaar aangetekend. In die procedure blijkt de gemeente klager over het hoofd te hebben gezien. Klager meldt zich bij de Adviescommissie bezwaarschriften en ontvangt het procesdossier kort voor de digitale hoorzitting. Op zijn verzoek om de hoorzitting uit te stellen ontvangt klager van de secretaris van de commissie een afwijzing.

Klager klaagt erover dat hij in zijn procesbelang is geschaad omdat:

• De commissie geen uitstel heeft verleend. Hierdoor is klager de gelegenheid ontnomen om voorafgaand aan de hoorzitting zijn standpunt naar voren te brengen.
• De commissie tijdens de hoorzitting heeft nagelaten aan te geven dat zij zou afwijken van de spelregels die gelden voor een bezwaarschiftenzitting. Hierdoor is klager nauwelijks gelegenheid geboden om zijn standpunt mondeling toe te lichten.

De Gemeentelijke ombudsman geeft geen oordeel of klager in zijn procesbelang is geschaad. De Ombudsman toetst slechts aan behoorlijkheidsnormen. Volgens de Ombudsman heeft de gemeente haar afweging om aan klager geen uitstel te verlenen voldoende gemotiveerd. Daarentegen zijn de spelregels die gelden voor een hoorzitting van de bezwaarschriftenprocedure niet volledig toegepast. Hierdoor is klager tijdens de hoorzitting geen gelegenheid geboden om de voorzitter te vragen om een nadere termijn om een reactie in te dienen. De Ombudsman acht dit bezien vanuit het vereiste van fair play niet behoorlijk.

De Ombudsman beveelt de gemeente om toe te zien op het juist toepassen van de spelregel om in bezwaarprocedures niet alleen een bezwaarmaker, maar ook derde-belanghebbenden voldoende gelegenheid te geven om hun standpunt tijdens een hoorzitting naar voren te brengen. Door middel van uitwisseling van informatie en wederzijdse standpunten kan het vertrouwen van de burger in de overheid worden versterkt.