Herkeuring bij verlenging gehandicaptenparkeerkaart
Rapport
In dit rapport gaat het om een situatie waarin de geldigheid van een gehandicapten – parkeerkaart verliep en betrokkene een nieuwe kaart moest aanvragen. In zo’n situatie moet beoordeeld worden of er weer, net als bij de vorige kaart, een herkeuring door de GGD moet plaatsvinden.
Uit het onderzoek blijkt dat de gemeente bij die beoordeling alleen kijkt naar het advies dat de GGD heeft gegeven bij de keuring voor de vorige kaart. Naar het oordeel van de ombudsman stelt de gemeente zich daarmee onvoldoende actief op. Een fysieke herkeuring kan, zeker voor een chronisch zieke burger, belastend zijn en brengt bovendien aanzienlijke kosten met zich mee. Uitgangspunt moet zijn dat hij niet wordt belast met een fysieke herkeuring als dat niet nodig is.
Daarom vindt de ombudsman het belangrijk dat de gemeente altijd eerst actief nagaat binnen de gemeente én bij betrokkene of er gegevens bekend zijn waaruit blijkt dat de aanvrager nog steeds aan de criteria voor een gehandicaptenparkeerkaart voldoet. En dat daarna, in alle gevallen waarin de gemeente herkeuring noodzakelijk acht, standaard word t nagegaan of fysieke herkeuring nodig is of dat met een minder belastende wijze van keuring (bijvoorbeeld dossieronderzoek) kan worden volstaan om tot een positief medisch advies te komen. De gemeente heeft daarbij de regie.
De ombudsman heeft de klacht getoetst aan het evenredigheidsvereiste en acht de klacht gegrond. De ombudsman doet de aanbeveling om de handelwijze rondom verlenging van een parkeerkaart aan te passen.
Deel deze pagina